Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur : rapport van fase 1 van het project Verlagen van de teelttemperatuur bij gebruik van temperatuurintegratie

Temperatuurintegratie biedt grote mogelijkheden om energiebesparing te realiseren in de glastuinbouw. Uit een in 2002 bij Plant Research International uitgevoerd onderzoek naar de toepassing van temperatuurintegratie bij rozen blijkt dat naarmate de bandbreedte van temperatuurintegratie groter is bloemen eerder in een oogstbaar stadium zijn, maar dat de stengellengte korter blijft. Deze effecten van temperatuurwisselingen lijken sterk op het effect van het verhogen van de gemiddelde teelttemperatuur. In dit project ‘Verlagen van de teelttemperatuur bij gebruik van temperatuurintegratie’ wordt onderzocht of het in de rozenteelt mogelijk is de gemiddelde teelttemperatuur lager in te stellen bij de toepassing van temperatuurintegratie; een dubbele energiebesparing

Buitenluchtaanzuiging bij Phalaenopsis: Ervaringen in een één jarig monitoringsproject

In een 1-jarig monitoringsproject is het energiebesparingseffect van de toepassing van een buitenluchtaanzuiginstallatie in de phalaenopsisteelt onderzocht. Dit onderzoek kon worden uitgevoerd op een modern bedrijf wat onlangs een anderhalf hectare nieuwbouw heeft toegevoegd aan een bestaand phalaenopsisbedrijf. In dit nieuwe gedeelte wordt onder andere gebruik gemaakt van buitenluchtaanzuiging. Buitenluchtaanzuiging is het meest in het oog springende onderdeel van Het Nieuwe Telen. Zo’n installatie maakt het mogelijk om verantwoord een hogere luchtvochtigheid aan te houden en maakt het mogelijk om bij gesloten schermen toch voldoende vocht af te kunnen voeren. Deze twee zaken vormen de belangrijkste basis voor de energiebesparing die met Het Nieuwe Telen kan worden gerealiseerd. Een voorwaarde voor daadwerkelijke energiebesparing in een praktijksituatie is dat de regeling van de buisverwarming en het schermregime wordt aangepast. De gebruikelijke minimumbuis-instelling moet drastisch worden verlaagd, schermen moeten bij een hogere buitenluchttemperatuur dichtlopen en kierstanden in het scherm moeten worden voorkomen. Vooral wanneer de buitenlucht bij het inblazen wordt voorverwarmd naar kasluchttemperatuur moet de minimumbuistemperatuur worden verlaagd

A concept for reduced energy demand of greenhouses: the next generation greenhouse cultivation in the Netherlands

In high tech greenhouse cultivation like in The Netherlands, large amounts of fossil energy are used to optimize climate conditions like temperature and humidity. To achieve a more sustainable greenhouse horticulture, a considerable reduction in energy use is needed, but tradeoffs with production and quality are not acceptable. Therefore, we developed a novel cultivation system for tomato to meet the goal: reduction of the energy input by 40% from 1.3 to 0.75 GJ.m-2.y-1, maintaining a production level of 60 kg.m-2.y-1. This concept, the Next Generation Greenhouse Cultivation, is based on the intensified use of thermal screens combined with control of humidity, maximizing the use of the integration capacity of the crop, growing at high humidity, improved efficiency of CO2 supply by reduction of ventilation and the use of cooling combined with a heat pump and an aquifer. In this approach, the main element is the prolonged use of screens with a high insulating value (>70%) to reduce the energy demand, combined with a forced ventilation system that injects relatively dry outside air into the greenhouse. The maximal use of the integration capacity of the crop implies a strong relation between daily radiation sum and diurnal mean temperatures, and a large difference between night and day temperatures on sunny days. This reduces the energy input and ventilation rate. Growing at increased humidity, achieved by misting, reduces ventilation rates because of the increased enthalpy of the greenhouse air. When supplying CO2, reduced ventilation results in higher CO2 concentrations and hence a higher energy efficiency. Cooling can be used in combination with a heat pump and an aquifer to reduce the need for fossil fuel. This approach, in which proven technologies are combined, enables growers to implement the elements step by step, leading to an easy acceptance

Richtinggevende beelden voor energiezuinig telen in semigesloten kassen

In het kader van het ‘Versnellingsprogramma implementatie semigesloten kas’ hebben LNV en PT aan Wageningen UR en CropEye gevraagd een beeld te schetsen van de richting waarop energiezuinig telen in semigesloten kassen zich kan ontwikkelen. Dit is uitgewerkt in een teeltconcept voor tomaat, waarin met de helft van de hoeveelheid energie dezelfde productie wordt behaald als in een gangbare (onbelichte) teelt. Uitgangspunt was beschikbare technologie en kennis, die liefst modulair door de praktijk is in te passen. Het concept is middels workshops, expert consultancy, deskstudy en simulatiemodellen ontworpen en doorgerekend. Het teeltconcept kent een andere periode van teeltwisseling, instraling gekoppelde meerdaagse temperatuurintegratie, scherpere vochtregeling, dubbel scherm met temperatuur én straling afhankelijke regeling, luchtbevochtiging, luchtcirculatie, luchtbehandeling met buitenluchtaanzuiging en verwarming; en koeling, WKK, warmtepomp en aquifer. Met het totale systeem moet een productie van ca 60 kg per m2 per jaar mogelijk zijn bij een input van minder dan 20 m3 gas per m2 per jaar. Behalve aan technische en teelttechnische aspecten is in het project veel plantfysiologische kennis verzamel

Optimisation of CO2 and Temperature in Terms of Crop Growth and Energy Use

In current greenhouse climate control, temperature set points follow a pre-set trajectory based on absolute or solar time parameters, adapted only to instantaneous and daily radiation. CO2 is supplied during a well defined period of the day until a maximum concentration is reached. However, the rate of CO2 supply is strongly limited by the heat demand, since flue gases are the most commonly used source of CO2. Interactions between effects of light, temperature and CO2 concentration on photosynthesis and crop growth are usually not taken into account. This study aims to make more efficient use of temperature and CO2 by developing an optimised climate control system in which temperature and CO2 are deployed such that energy use is minimised while maintaining crop production. Firstly, the diurnal temperature course resulting in a predefined daily mean value was optimised while minimising the heat demand. Most of the time, this resulted in higher day temperatures and lower night temperatures. Secondly, using the heat storage tank, the partitioning of the CO2 associated with the daily heat demand was optimised, aimed at maximised photosynthesis. Simulation results showed that in the optimised climate control system 7% less energy was used and 2.5% more production was realised than in a standard climate. Testing the optimised climate control in a greenhouse experiment showed that in a sweet pepper crop 6% more energy could be conserved compared to that in the standard climate with similar production levels and fruit quality between the climate control treatments

Severe COVID-19 in a renal transplant recipient: a focus on pharmacokinetics

The current coronavirus disease 2019 (COVID-19) pandemic requires extra attention for immunocompromised patients, including solid organ transplant recipients. We report on a case of a 35-year-old renal transplant recipient who suffered from a severe COVID-19 pneumonia. The clinical course was complicated by extreme overexposure to the mammalian target of rapamycin inhibitor everolimus, following coadministration of chloroquine and lopinavir/ritonavir therapy. The case is illustrative for dilemmas that transplant professionals may face in the absence of evidence-based COVID-19 therapy and concurrent pressure for exploration of experimental pharmacological treatment options. However, the risk-benefit balance of experimental or off-label therapy may be weighed differently in organ transplant recipients than in otherwise healthy COVID-19 patients, owing to their immunocompromised status and potential drug interactions with immunosuppressive therapy. With this case report, we aimed to achieve increased awareness and improved management of drug-drug interactions associated with the various treatment options for COVID-19 in renal transplant patients.Transplant surger

Dynamical Supersymmetry Breaking in Standard-like Models with Intersecting D6-branes

We address dynamical supersymmetry breaking within a N=1 supersymmetric Standard-like Model based on a Z_2 x Z_2 Type IIA orientifold with intersecting D6-branes. The model possesses an additional, confining gauge sector with the USp(2)_A x USp(2)_B x USp(4) gauge group, where the gaugino condensation mechanism allows for the breaking of supersymmetry and stabilizes moduli. We derive the leading contribution to the non-perturbative effective superpotential and determine numerically the minima of the supergravity potential. These minima break supersymmetry and fix two undetermined moduli, which in turn completely specify the gauge couplings at the string scale. For this specific construction the minima have a negative cosmological constant. We expect that for other supersymmetric Standard-like models with intersecting D6-branes, which also possess confining gauge sectors, the supersymmetry breaking mechanism would have qualitatively similar features.Comment: 19 pages, 1 figur

Optimaal gebruik van natuurlijk licht in de glastuinbouw

Natuurlijk licht is een van de belangrijkste factoren met betrekking tot de groei en ontwikkeling van planten. Door het proces van fotosynthese maakt de plant bouwstoffen aan voor de groei vanuit de onderdelen licht, water en CO2. In dit rapport wordt enerzijds de lichtbehoefte van gewassen besproken en anderzijds de technische mogelijkheden van omhullingsmaterialen en schermen om het licht in de kas te beïnvloeden. Het rapport beperkt zich tot het natuurlijke licht en laat dus het kunstlicht hier buiten beschouwing. Na een inleiding in hoofdstuk 1 volgt in hoofdstuk 2 de beschrijving wat licht en globale straling is, wat de hoeveelheid straling is in verschillende seizoenen, uit welke lichtkleuren de globale straling is samengesteld en hoe de daglengte in Nederland varieert. In hoofdstuk 3 is beschreven wat de lichtbehoefte van planten voor de fotosynthese en de morfogenese is. Tevens is de lichtbehoefte van gewassen tijdens de opkweek van het uitgangsmateriaal en tijdens de productiefase onderzocht. Per gewasgroep (vruchtgroenten, bladgroenten, snijbloemen, potplanten) wordt aangegeven welke lichtintensiteit en welk spectrum nodig is, om een optimale gewasproductie te realiseren. In hoofdstuk 4 wordt geïnventariseerd, welke kasomhullings- en schermmaterialen er zijn, welke optische eigenschappen relevant zijn om natuurlijk licht in de kas door te laten dringen en welke technische mogelijkheden er zijn om deze materiaaleigenschappen aan te passen. In dit hoofdstuk wordt gekeken hoe een bepaalde lichtbehoefte voor een gewasgroep gerealiseerd of geoptimaliseerd zou kunnen worden en wat daarvan de gevolgen voor het gewas zijn. Aangezien natuurlijk licht tevens invloed heeft op de warmtebalans in een kas wordt ook het effect van de verschillende lichtbestanddelen op de energiehuishouding van de kas besproken. De kernresultaten zijn in hoofdstuk 5, de synthese samengevat, onderverdeeld naar de behoeften van gewasgroepen